woensdag 4 juli 2012

Een dagje naar het strand


Moeder trommelde ongeduldig met haar vingers op de bar. 'Als je niet opschiet krijg je niks, hoor! Je staat nu al een kwartier na te denken.'
Het was waar. Maarten stond al een eeuwigheid ingespannen naar de kaart te kijken. Het was bloedheet in de strandtent - hij zweette zo dat zijn brilletje langzaam van zijn neus af aan het glijden was. Achter hem was inmiddels een rij ontstaan van oververhitte kinderen die ook allemaal een ijsje wilden. Maar Maarten kon niet kiezen.
Een schatkist, met onderin een heuse schat? Een X-pop met knettereffect? Of een Ninja Star, of een 3D-twister? Maarten woog nauwkeurig alle voor- en nadelen van elk ijsje af. In gedachten liep hij over het strand. Zou hij het knettereffect nog wel kunnen horen in de branding? Hoe snel zou een 3D-twister smelten in de volle zon?
Hij keek door het raam. Er was inderdaad sprake van volle zon. Vlak voor de strandtent stond een hele dikke bleke vrouw haar bikini uit te trekken. Een man hield er een handdoekje voor, maar er was nog een heel stuk van haar bil zichtbaar, stelde Maarten met genoegen vast. Ernaast lagen twee hele knappe meisjes een ijsje te eten. Maarten kneep zijn ogen samen. Wat voor ijsje hadden ze?
Plotseling voeld hij een plakkerige hand op zijn schouder.
'Aan de kant, jochie!'
Een man met een grote snor probeerde hem opzij te duwen, terwijl zijn ratachtige zoontje vuil toekeek.
'Hij is aan het bestellen!' riep zijn moeder met overslaande stem vanaf de bar. 'Zeg nou wat je wil, Maarten. Anders krijg je niks.'
'Dat rotjochie staat hier al een uur!' protesteerde de man. De andere mensen in de rij begonnen zich nu ook te roeren. 'Opschieten!' riep iemand. 'Etterbakje!' 'Draaikont!'
Een moeder met twee huilende dochtertjes richtte zich tot Maartens moeder. 'Wij gaan maar weer weg. Zonder ijsje. U wordt bedankt.'
Maarten voelde ineens woede opkomen. Wat dachten al die mensen wel? Wat dacht zijn moeder wel? Wat was dit voor wereld, waarin je niet eens even mocht nadenken over een ijsje?
Hij wees parmantig naar de kaart. 'Die wil ik,' zei hij. Zijn stem klonk iets minder zeker dan hij had gewild, maar zijn vinger trilde niet.
Zijn moeder zuchtte. 'Een Magnum Temptation. Het duurste ijsje van de kaart. Hoe haal je het in je hoofd?'
Ze wendde zich naar de barman, die moedeloos achter de vrieskist stond.
'Geef hem maar een raket.'
En zo kwam het dat Maarten op deze zonnige woensdag rood van schaamte de strandtent uitliep, voorzien van een raket en een ingrijpend jeugdtrauma. Jaren later zou hij nog het gejoel horen dat uit de rij opsteeg toen hij een simpele raket toegestopt kreeg. Een vies, waterig ijsje dat aan het papiertje vast bleef plakken. En het was niet eens een echte raket. 'Space Ranger' stond er op de verpakking. Een nepraket, ook dat nog.