Het was een hele klim naar de top. Sommigen waren al een
tijd boven en zagen er nog verbazend fris uit, maar Hermien pufte en steunde
als een stoomtrein toen ze eindelijk aankwam.
In haar reisgids had ze gelezen dat IJsland flink koud kon
zijn in de zomer, vooral als je de bergen inging. Ze was daarom die ochtend
extra vroeg opgestaan om zich warm in te pakken: eerst had ze zichzelf
ingesmeerd met vaseline, dan haar wollen
ondergoed, vervolgens een laag oude kranten en tenslotte het felgele gewatteerde skipak dat ze van haar broer had
geleend.
Toen ze aan de ontbijttafel verscheen bekroop haar al het
akelige gevoel dat ze een beetje had overdreven. Iedereen was erg zomers
gekleed. De gids, een knappe IJslander met een woeste blonde baard, droeg zelfs
niet eens een t-shirt. Als een halfnaakte Tarzan stond hij aan het buffet.
Iedereen keek naar Hermien. Ze voelde zich rood worden.
Gelukkig kon niemand dat zien vanwege haar enorme berenmuts, die ze ook al had
opgezet.
'Kijk, een Michelinmannetje!' riep iemand. 'We hebben een
ruimtewezen in de groep!' klonk het van een andere kant. Iedereen begon te
lachen.
'Bliep bliep!' piepte Hermien, opgelucht dat niemand haar
leek te herkennen. 'Ik kom fourageren, aardbewoners.'
Zo robot-achtig mogelijk bewoog ze zich richting de
koffieautomaat.
'Serieus, wie ben jij?' vroeg de vrouw naast wie ze
uiteindelijk neerplofte.
'Bliep bliep!'
En toen moesten ze naar boven. Het hele reisgezelschap in
korte broek, Hermien in haar gele skipak. Er scheen een stralend zonnetje en
het was zeker vijfentwintig graden.
De hele klim keek Hermien spiedend om zich heen om te zien
of er ergens een plek was waar ze zich kon omkleden, maar de kale IJslandse
rotsen boden weinig beschutting.
De straaltjes zweet liepen over haar gezicht. Haar voeten sopten in haar moonboots. Ze voelde
zich koortsig worden. 'Bliep bliep,' pufte ze van tijd tot tijd, maar de
marsmannetjes-act werd hoe langer hoe belachelijker.
Nog nooit was iemand zo blij met het WC-huisje dat op de top
van de vulkaan bleek te staan als Hermien. Met haar laatste krachten sleepte ze zich
naar binnen. Wat een idiote vertoning was dit geweest.