Een waargebeurd sprookje uit Indiana, Bloomington
Er was eens een Eenzame Chinees. Hij was helemaal alleen vanuit Ping Chang (een klein dorp tegen de grens van Mongolië) op een scheel paard naar de kust gereden en daarna met een roeiboot met één peddel naar Amerika gevaren om het te maken. In Ping Chang was de Eenzame Chinees altijd de enige inwoner geweest (vandaar ook zijn eenzaamheid), en hij kon de eentonigheid van zijn bestaan niet langer verdragen. Altijd maar moederziel alleen rijst eten en yaks melken – het was een uitzichtloos bestaan. Amerika was het land van de onbegrensde mogelijkheden en van de zonnebankgebruinde vrouwen met enorme neptieten, en daar ging de Eenzame Chinees helemaal voor.
Op een koude ochtend in februari kwam de Eenzame Chinees aan in Amerika. Het vroor dat het kraakte, en niemand in het stadje waar hij was aangekomen sprak Chinees. De Chinees voelde zich nog steeds behoorlijk eenzaam, dus besloot hij verder te lopen tot het hem beter ging. Door zijn reis op het schele paard en de oude roeiboot was de Eenzame Chinees een enorme doorzetter geworden, en voordat hij het wist had hij zo maar eventjes 2000 kilometer gewandeld. Hij kwam uit bij een grote flat. Binnen hoorde hij de vertrouwde klanken van zijn moedertaal. Het rook naar verse yakmelk en overal lagen rijstkorrels. Kleine Chinese kindertjes renden vrolijk rond, ook al was het twaalf uur ’s nachts. Er klonk zoete, Chinese muziek. De Eenzame Chinees dacht dat hij in het paradijs terecht was gekomen! Hij huurde een kamertje op de elfde verdieping en wachtte op de prachtige dingen die komen gingen.
De eerste dag gebeurde er weinig. De Eenzame Chinees keek een beetje naar de TV, waarop Amerikanen met vreemde kapsels elkaar ten huwelijk vroegen. Hij haalde een kopje koffie bij het Mr. Coffee-apparaat. Hij loerde uit het raam om te zien of hij toevallig zonnebankgebruinde blonde vrouwen met enorme neptieten zag, maar dat viel niet mee vanaf de elfde verdieping. Toen het avond werd moest de Eenzame Chinees stiekem een beetje huilen in zijn enorme tweepersoonsbed.
De volgende dag besloot hij het anders aan te pakken. Hij begon op de deuren in zijn gang te bonken en heel hard dingen te roepen, zoals: “Kopje koffie? Lekker gezellig!” (maar dan dus in het Chinees). Na een tijdje ging er eindelijk een deur open. Het allermooiste Chinese meisje dat de Eenzame Chinees ooit had gezien deed open. Ze had een pannetje warme yakmelk in haar handen en een baby op haar rug. “Ik ben zo verschrikkelijk eenzaam,” zei de Eenzame Chinees. “Zullen we gezellig een kopje koffie drinken van Mr. Coffee?”
Het meisje vond het goed. Voordat hij het wist zat de Eenzame Chinees in een warme huiskamer koffie te drinken, omgeven door gezelligheid, omgeven door Chinezen. Feitelijk waren er maar twee Chinezen (het meisje en de baby), maar als je lang in eenzaamheid hebt geleefd lijkt dat al een hele menigte. De Eenzame Chinees was verschrikkelijk gelukkig. “Zullen we trouwen?” vroeg hij toen zijn kopje leeg was. Het meisje zei ja, dus dat was mooi geregeld.
De Chinees rende naar buiten en kotste van blijdschap de hele gang onder. Wat een geluk!
http://www.parool.nl/parool/nl/287/OPMERKELIJK/article/detail/1824626/2011/01/14/Chinezen-willen-meer-controle-over-het-weer.dhtml