maandag 27 september 2010

De voet


Inspecteur Popstra nam een trekje van zijn sigaret, terwijl hij peinzend over het water keek. Op de achtergrond waren de jongens van de technische recherche bezig foto's te maken en dingen in plastic zakjes te stoppen. Er stond een stralend herfstzonnetje, er klonk muziek uit een openstaand raam van een huis verderop. Niets wees erop dat er op deze plek een vreselijk misdrijf had plaatsgevonden.

'Een kettingzaag,' mompelde Popstra. 'Wat zegt u?' vroeg zijn assistent, die naast hem stond. Van Tingelen heette hij eigenlijk, maar Popstra noemde hem altijd Tingeling. Politiehumor. Tingeling kwam vers van de academie en was zo groen als gras. Wat wist hij van al de vreselijke dingen die mensen elkaar kunnen aandoen? Misschien had hij wel eens een Amerikaanse film gezien, of een instructieboek ingekeken, maar de ervaring van Popstra had hij niet. De ervaring die komt door jarenlang nachtwerk op een verveloos kantoor, op een dieet van zwarte koffie en cynisme. Hoeveel moordzaken had Popstra inmiddels gedaan? Hij was de tel al jaren geleden kwijtgeraakt. Lang niet alle zaken waren opgelost. Overdag maakte hij er grappen over, 's nachts zag hij de gezichten van de slachtoffers voor zich, als ze hem verwensten in zijn dromen.

'Het was een kettingzaag, Tingeling. De dader ging te werk met een kettingzaag. Bel alle doe-het-zelf-zaken in een straal van 50 kilometer en vraag om een lijst van iedereen die de afgelopen maand een kettingzaag heeft gekocht.' Tingeling rende weg, opgetogen dat hij wat mocht doen. Popstra keek hem half vertederd na. Je eerste moordzaak blijft je je hele leven bij, dat wist hij maar al te goed.

Popstra wandelde richting de waterkant. Daar stonden de twee getuigen te praten met een politieman in uniform. Het was een bejaard stel, dat er aangeslagen uitzag. De man had een geruit jagershoedje op zijn hoofd. Hij keek angstig om zich heen, terwijl zijn struise vrouw het woord voerde. 'Wij lopen hier elke ochtend met de hond,' hoorde Popstra haar zeggen.

Later zou hij de getuigenverklaring wel lezen. Het was nu zaak om de omgeving goed op hem te laten inwerken. Popstra had in de loop der jaren een gave ontwikkeld om dingen te zien die anderen niet zagen. Kijk, daar zag hij al iets. Voetsporen. Onmiddelijk klapte hij zijn mobiele telefoon open. 'Tingeling, onze dader heeft kaplaarzen maat 44. Hij weegt ongeveer 80 kilo. Kaplaarzen en een kettingzaag. Iemand van de plantsoenendienst! Maak een lijst van alle werknemers.' Tingeling riep iets terug, maar Popstra zag al weer iets anders. Als de machinerie in zijn hoofd eenmaal op gang was, was er geen houden meer aan. Dan ging hij door tot de dader achter slot en grendel zat.

Er lag een stukje papier op de grond. Hoe had de technische recherche dit kunnen missen? Popstra drukte zijn sigaret uit met zijn voet, trok een plastic handschoen aan en raapte het papiertje voorzichtig op. 'Ben je daar nog, Tingeling? Onze man leest de Donald Duck. We hebben hier te maken met een psychopatische kinderverkrachter. Het net sluit zich. Bel de GGD en maak een lijst van iedereen die ze in behandeling hebben en leg dat naast die lijst van de plantsoenendienst!'

Popstra keek op zijn horloge. Als hij zo doorging was hij voor de lunch al thuis. Hij zou opgewekt moeten zijn, maar terwijl hij naar de plaats delict liep werd hij overvallen door een gevoel van intense moedeloosheid. Al dat bloed, al die ellende. 'Hebben we de naam van het slachtoffer al?' vroeg hij aan een passerende agent. 'Nee, inspecteur. Er wordt DNA-onderzoek gedaan. Maar de pathaloog-anatoom schatte in dat het een jong meisje was.' De agent zag er wat bleekjes uit. Popstra gromde en klemde zijn kiezen op elkaar. Een psychopatische kinderverkrachter, had hij het niet gezegd? Terwijl hij verder liep hoorde hij de agent overgeven. Wat een wereld.

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2690/Opmerkelijk/article/detail/1026716/2010/09/26/Voet-houdt-politie-Groningen-bezig.dhtml